donderdag, november 10, 2005
Interview met Willem Okkerse, MBA en uitvinder van de OK-Score
Laat ik allereerst beginnen met u de OK-score even te introduceren. De OK-score, u mogelijk als lezer al bekend, heeft in het verleden naam gemaakt door haar tijdige waarschuwingen richting beleggers op Ahold, Unilever en Landis en het aangetoonde vermogen van de methode om de schandalen bij onder andere Enron en Parmalat tijdig te onderkennen.
Het is in feite een waarderingsmodel zoals we dat kennen van Standard & Poors en Moody's.
In de vergelijking met deze al lang bestaande waarderingsmodellen valt het op dat de OK-score niet alleen veel beter scoort, maar ook nog eens veel eerder een signaal geeft. De OK-score maakt het al 1,5 tot 2 jaar vooraf mogelijk aan te geven dat er iets in een onderneming aan de hand is.
De OK-score is vanwege haar opzet enorm breed toepasbaar. Vooral dat feit maakt dan ook dat het de afgelopen jaren misschien een beetje hinkelde tussen de verschillende toepassingsmogelijkheden en daarmee tussen de verschillende markten. Een situatie die tot op de dag van vandaag bestaat. Daarover later meer.
De reden dat ik de kans kreeg om met Willem Okkerse om de tafel te gaan zitten is het feit dat zijn OK-beleggingsfonds per 1 juli 2005 gestopt is. Ik vroeg me als kritisch columnist hardop af wat daar de reden van was en wilde daar graag meer over weten. Immers, zeggen dat je een fantastische methode hebt, maar na een jaar of twee het beleggingsfonds weer MOET sluiten, dat rijmt niet. Gelukkig stemde Willem Okkerse graag in met een gesprek.
------
Mijnheer Okkerse, allereerst mijn hartelijke dank dat u bereid bent tot dit gesprek. Ik stel dit zeer op prijs en denk dat dit ook bij mijn lezers het geval zal zijn. Om maar met de deur in huis te vallen, hoe zit dat nu met het gestopte beleggingsfonds? Wat is het verhaal erachter?
- Inderdaad heb ik mijn contract tot levering van de OK-Score per 30.6. beëindigd, waardoor het fonds noodgedwongen diende te stoppen. Er zijn enkele redenen voor:
1. In het prospectus van het fonds stond dat het financiële aandeel van de zogenaamde NIET goede OK-Fondsen in cash aangehouden moest worden. Dit is niet alleen onzin, omdat de particulieren zélf die cash wel kunnen aanhouden maar het betekende wel dat ik maar met 50 á 60% van het geld moest gaan bewijzen dat ik de AEX kan verslaan.
Om onder die voorwaarden de markt te kunnen verslaan moest ik dan echter meer dan dubbel zo goed draaien, want de helft van het geld stond op drie procent rente. Ik zal u zodadelijk de rekensom maken.
2. De kostenstructuur was teveel gebaseerd op de tussenpersonen en niet op de belegger zelf. Vaak worden dit soort zaken verscholen in de spread (verschil tussen aan- en verkoopprijs : Redactie) doch wij kozen voor transparantie. Deze transparantie over de hoogte van de instapkosten, die overigens later verlaagd werden, kostte ons in het begin negatieve publiciteit die uiteraard de omvang van het fonds niet ten goede kwam.
3. De omvang van het fonds was door de punten één en twee te gering. De vaste kosten van een beleggingsfonds zijn van dien aard dat er minimaal 10 miljoen ingelegd geld aanwezig moet zijn. Helaas haalden we dat niveau niet waardoor de vaste kosten van Euro 60.000 per jaar extra zwaar op de resterende deelnemers drukten.
Een korte rekensom: Bij het opheffen van het fonds had het een rendement van 16,4% in twee jaar. Dit betekent dat we met minder dan 1 miljoen belegd vermogen waarvan 400.000 in cash het belegde deel tenminste 21,5% per jaar moet hebben gedraaid.
Immers : 600.000 x 21,7% x 2 jaar 260.000
400.000 x 3% x 2 jaar 24.000
Minus kosten -120.000
Rendement 164.000
Ik wil benadrukken, het fonds is op mijn verzoek geliquideerd. De bruto rendementen waren helemaal niet slecht en de methode versloeg ruimschoots de AEX index, maar netto bleef er gewoon te weinig voor de deelnemers over. Zicht op snelle verbetering was er niet. De kostenstructuur kon ik niet verbeteren en dan moet je als ondernemer een zware beslissing durven nemen.
Mijnheer Okkerse, ik keek op uw website en wat me opviel is dat er maar één website is terwijl in feite de site en uw OK-score een aantal heel specifieke en nogal uiteenlopende markten kent. Ik zie een 'markt' bij registeraccountants, ik zie een markt bij banken, verzekeraars en pensioenfondsen, een markt bij de Raden van Bestuur en ik zie een voor de lezers van Beursbox interessante markt bij beleggers. Dit zou eigenlijk veel duidelijker gecommuniceerd moeten worden.
Dat zijn inderdaad in een notendop even wat belangrijkste markten. Nu weet ik dat de Beursbox lezer vooral ge?nteresseerd zal zijn in de laatste markt, die van de belegger, maar ik wil graag ook even uitleggen waarom de andere markten indirect ook belangrijk voor beleggers zijn.
De registeraccountants kunnen met de OK-score op zeer eenvoudige wijze de gaten in de boekhouding van bedrijven vinden. Om een voorbeeld te geven, volgens de officiële methode van boekhouding was Parmalat een winstgevende onderneming. Op die basis was het bedrijf dan ook in staat heel veel leningen afgesloten te krijgen. Volgens de OK-score miste er echter al een paar jaar lang 400 miljoen per jaar waardoor er in feite al enkele jaren lang sprake was van een verliesgevende onderneming. De accountants die de jaarrekening al die jaren goedkeurden hadden dit gat in de boekhouding moeten ontdekken, maar deden dat niet. Pas nadat de boel geklapt was, bleek inderdaad dat de top van Parmalat ieder jaar 400 miljoen had weggesluisd.
Een situatie die de OK-score dus al lang en breed duidelijk gemaakt had. Leuk om hier al bekend te maken is dat alle NIVRA geaccrediteerde registeraccountants in 2006 de toegang tot de methode gaan krijgen. Ook op dit moment vindt er reeds samenwerking met registeraccountants. Vanuit die belangrijke hoek is er dus al erkenning voor de waarde van de OK-score gekomen.
Waarom is de OK-score voor de banken, verzekeraars en de pensioenfondsen van belang?
- Ik wil dat graag aangeven met een voorbeeld: Aegon is bij het faillissement van Enron waarschijnlijk zo'n 500 miljoen Euro kwijtgeraakt. Dat was nooit gebeurd als dat bedrijf met de OK-score had gewerkt! Nu is dat gegeven interessant voor het bedrijf Aegon, maar in feite zouden de stakeholders bij Aegon moeten eisen van de leiding van het bedrijf dat de OK-score ingezet wordt voor er leningen verstrekt worden. De kosten van de OK-score zijn zo gering, dat het een ... als ik dat zo mag zeggen, belachelijke zaak is dat ze het risico nemen de OK-score niet te gebruiken!
Dat geldt ook voor bedrijven als ABP, PGGM, ING en ABNAMRO. Aan grote bedrijven lenen ze misschien iets te makkelijk uit en ieder jaar zien we enorme afschrijvingen op leningen op bedrijven waarvan de OK-score al jaren eerder zegt dat er iets gruwelijk mis aan het gaan is.
Hoe zit het bij de ondernemingstop?
- De Raad van Bestuur en de top van de onderneming heeft wat aan de OK-score omdat deze tijdig kan aantonen dat er wat aan de hand is. Als we er vanuit gaan dat in het ergste geval binnen de top van de onderneming één instituut de zaak mooier probeert voor te stellen dan ze in werkelijkheid is, dan kan een toezichthoudend orgaan als een Raad van Commissarissen de operationele leiding er mee confronteren. Dan pas ben je als RvC waarde aan het toevoegen. De laatste jaren zagen we dat de RvC in feite net als beleggers verrast werden door de financiële staat van bedrijven, met maar al te vaak een faillissement tot gevolg. Het zelfreinigende vermogen van de top van de onderneming is er ook nog. De OK-score geeft inzichten in de ruimte die er nog is.
Kijk ook bij een overname. Zou je als overnemer niet willen weten hoe het er 'echt' bijstaat?
Ook hier een mooi voorbeeld: een bedrijf dat structureel ieder jaar het eigen vermogen ziet slinken moet niet met vreemd vermogen haar grootste aankoop ooit gaan doen. Dat vraagt om enorme problemen, zeker als die aankoop ook nog eens verliesgevend is. Zie wat er gebeurde bij Getronics toen het Wang overnam.
U ziet dat dit soort signalen interessant voor de partijen in de markt zijn. Voor beleggers is het ook van belang. Immers is al gebleken dat de OK-score in staat is gebleken de AEX te verslaan en de afgelopen jaren gemiddeld meer dan 10% rendement te maken. Dat ondanks de dip van de beurs in 2000, 2001 en 2002!
De OK-score loopt tussen de 18 en 24 maanden voor op de daadwerkelijke gang van zaken. Dat wil overigens niet zeggen dat het aandeel van het bedrijf niet ondertussen kan stijgen. Dit soort “opportunity losses” is in al die jaren nooit van enige importantie geweest. Anders gezegd: het zou maximaal 0,5% hebben uitgemaakt op het rendement.
Bij een verslechterende score houdt het overigens niet in dat de leiding van het bedrijf niet meer kan ingrijpen. Juist als de leiding tijdig ingrijpt zien we dat terug in een positieve aanpassing van de OK-score. Als lichtend voorbeeld noem ik hier KPN.
Laten we daar even op verdergaan, want ik wil de OK-score even doorlichten.
Ze bestaat uit tien klassen, waarbij klasse 1 de beste is en klasse 10 in feite voorportaal tot faillissement. Zeg ik dat goed?
- Ja, daar komt het wel op neer.
Op basis van de bedrijfscijfers die voor iedereen openbaar zijn wordt de OK-score vastgesteld. De klassen 1 t/m 6 zijn in aflopende waardering nog prima, beleggers zouden echter geen aandelen moeten bezitten van bedrijven in de klassen 7 t/m 10. In deze klassen gaat het slecht met de bedrijven en zullen in klasse tien ook mogelijk failliet kunnen gaan.
Ook hier is KPN een goed voorbeeld. We kochten tweejarige putopties op KPN in voorjaar 2000 op basis van de jaarcijfers 1999 bij Euro 63. Prijs ca. Euro 10. Binnen één jaar kreeg KPN een klasse 10 beoordeling en hebben wij de aandelen tegen ca. 11 Euro en de opties tegen ca. Euro 50 verkocht. In september 2003 toen de OK-Score naar klasse zes ging namen wij KPN weer op tegen ca. Euro 5,70.
Ondanks dat we dus niet kort op de markt zitten kunnen we wel heel forse koersbewegingen meemaken. We zijn echter geen traders. De portefeuille wordt in principe maar drie keer per jaar aangepast en wel bij de half- en jaarcijfers van de ondernemingen en bij de AEX aanpassing per 1 maart van ieder jaar.
Graag laat ik hieronder even het staatje zien dat ik van uw site haalde. Dit geeft globaal wat meer inzicht. Klasse 1 is de beste en klassen 10 is zeer slecht.
Uit de matrix van 9 x 9 mogelijkheden worden tien klasseringen gedefinieerd. (Zie tabel). Deze klasseringen zeggen in woorden het volgende :
Klasse 1:
Bijna perfecte zekerheid. Zeer goede ruimte voor expansie, óók met vreemd vermogen
Klasse 2:
Excellente zekerheid. Goed ruimte voor expansie, óók met vreemd vermogen
Klasse 3:
Zeer goede zekerheid. Ruimte voor expansie, óók nog met vreemd vermogen
Klasse 4:
Goede zekerheid. Expansie mogelijk, óók nog met vreemd vermogen
Klasse 5:
Voldoende zekerheid. Alertheid geboden. Voorzichtig bij expansie met vreemd vermogen
Klasse 6:
Matige zekerheid, verbetering nastrevenswaard. Expansie met vreemd vermogen niet verstandig
Investeringen in de klassen 1 tot en met 6 lopen slechts een theoretische kans op een faillissement in het daaropvolgende jaar. Deze kans loopt van 0,00001% tot 0,001%. Zij worden daardoor dan ook beschouwd als bedrijven waarin een belegger minder risico loopt. De kansen van een faillissement nemen toe in de klassen hoger dan zes tot meer dan 60% in Klasse tien. Het unieke voordeel van de OK-Score daarbij is dat zij twee jaar voordien juist in 100% van die 60% kansgevallen een faillissementswaarschuwing afgeeft.
Klasse 7:
Onvoldoende zekerheid, verbeteringen noodzakelijk. Expansie met vreemd vermogen sterk afgeraden
Klasse 8:
Zorgelijke zekerheid, verbeteringen urgent nodig. Verdere expansie met vreemd vermogen levensgevaarlijk
Klasse 9:
Zorgwekkende zekerheid, substantiële verbeteringen zijn direct nodig. Expansie met vreemd vermogen niet meer mogelijk
Klasse 10:
Fase van desoriëntatie en desintegratie. Keuzes zijn rigoureus ingrijpen, desinvesteren óf deelliquidaties of nieuw eigen vermogen. De situatie kan óók binnen één tot drie jaar fataal worden. Bij een tweede achtereenvolgende Klasse 10 waardering kan de situaie binnen één tot twee jaar fataal worden en bij een derde achtereenvolgende 10 klassering zelfs binnen één jaar.
Het zal evident zijn dat naarmate een onderneming tendeert van in de richting van Klasse EEN de onderneming steeds krachtiger wordt en naarmate de onderneming tendeert naar Klasse TIEN de onzekerheid steeds verder toeneemt. Ieder van de Stakeholders kent daarbij zijn eigen risico's.
Klasse 1 |
| Klasse 10 |
ZEKERHEID | <<-->> | RISICO |
STAKEHOLDERS |
| WELKE RISICO’S |
Raad van Bestuur | <<-->> | Wisseling van de top |
Raad van Commissarissen | <<-->> | Aansprakelijkheid |
Centrale Ondernemingsraad | <<-->> | Sanering |
Kredietverschaffer | <<-->> | Mogelijk faillissement |
Aandeelhouder | <<-->> | Koersdaling, verwatering, |
Klanten | <<-->> | Continu?teit |
Leveranciers | <<-->> | Mogelijk faillissement |
- In de klassen 1 tot en met 6 is het ons nog nooit actief overkomen dat het 'ineens' over was met een bedrijf en we er dus 100% op moesten afschrijven. Als het slechter gaat, dan is dat in de rapportages al veel eerder duidelijk en gaat zo'n bedrijf naar de klassen 7 tot en met 10.
Beleggers, maar ook accountants missen de mogelijkheden en inzichten die de OK-score nu biedt. We scoren hierin dus in de praktijk nog altijd 100%. Als feit een onderscheid te kunnen maken tussen de goede OK-Klassen van 1 t/m 6 en de slechte OK-Klassen van 7-10, had de afgelopen jaren al heel wat koersleed bij beleggers kunnen voorkomen.
Als we het dan toch over dingen als faillissementen hebben, mag ik eens vragen, wat was uw grootste persoonlijke blunder tot op heden?
- Dat was mijn inschattingsfout van de slagkracht van de vermogensbeheerder waar het beleggingsfonds was ondergebracht. Het was niet zozeer een blunder, maar meer mijn inschattingsfout. En andersom, wat was uw grootste succes?
- In feite is het grootste succes de ontdekking van de methode. Het is nogal niet wat, er bestaan op de wereld enkele zeer toonaangevende waarderingsmodellen en dan kom ik, Willem Okkerse, ineens met een methode die niet een klein beetje beter is, maar statistisch gezien een ongekend veelvoud malen nauwkeuriger is. Ga er maar vanuit dat ik hier indertijd zelf ook met grote verbazing naar gekeken heb. Het is ook niet zo verwonderlijk dat in de markt nogal met ongeloof werd gereageerd. Het klinkt behoorlijk onwaarschijnlijk, maar steeds meer wordt nu onderkend dat we hier iets hebben dat er nog nooit eerder geweest is.
De waardering bleek ook uit de uitspraak van Prof. C. van Halem. Hij had het over "indrukwekkend" en mooier nog over "een revolutie in insolventievoorspellingen".
Heel leuk is ook dat binnenkort in Gen?ve een ontmoeting gepland wordt met één van de grondleggers van een oudere methode die nu nog altijd toonaangevend in de markt is. De grondlegger daarvan is nu zeer benieuwd naar de OK-score en is vanuit de voorgelegde resultaten al bijzonder onder de indruk.
Even een heel andere vraag. U hebt deze 'voorkennis' over de markt, wat doet u daar zelf mee?
- Ik beleg zelf ook, maar nooit in de bedrijven waar ik extern OK-Scores publiceer. Dit houdt in dat ik nooit direct AEX fondsen in mijn portefeuille heb. Hetzelfde geldt voor bedrijven waar ik of waar mijn bedrijf opdrachten voor uitvoeren.
Waar kunnen de lezers meer informatie over de OK-score lezen?
- Als eerste wil ik de lezers van Beursbox graag gratis een mogelijkheid geven kennis te nemen van de huidige stand van zaken met betrekking tot de OK-verzamelingen van de zogenaamde OK en de NOK (Niet OK) fondsen uit de AEX.
Dit als dank dat ik hier de ruimte kreeg mijn methode voor te stellen.
Geeft u zich hier even op voor deze nu nog gratis informatie:
Gezien het feit dat de OK-score de index de afgelopen jaren gemiddeld per jaar met 7% versloeg is het naar mijn idee een zeer waardevol cadeau voor iedere belegger die kwaliteit weet te waarderen.
Nu ook OK Score beleggersgiro beschikbaar! http://www.beursbox.nl/bestel.html
Tom Lassing
www.beursbox.nl
www.beursblogger.nl