donderdag, september 01, 2005
Niet handelen in eerse/laatste 30 minuten beurs handel
Eén van de lezers van de Beursbox nieuwsbrief heeft het fenomeen onderzocht van de vreemde bewegingen in het eerste en laatste half uur van de handel.
Bij zijn methode van beleggen (longopties handelen) is het van groot belang deze perioden van de beurshandel geen posities in te nemen of te sluiten.
Hij schreef hierover het volgende:
Uit mijn ervaringen blijkt dat het meer dan gemiddeld onverstandig is conclusies te trekken uit de bewegingen van de AEX in het eerste en laatste half uur van de handel. Er spelen dan 'andere' belangen blijkbaar (gedwongen kopen/verkopen, sluiten daghandelaren enz.)
Ik heb zelf systemen gebacktest hierop en de conclusies zijn hierbij overduidelijk...te vaak wordt een trader in deze twee handelsperiodes op het verkeerde been gezet. Vooral als, net zo als ik, deze gebruik maakt van technische analyses en stoplossniveau's.
Vandaag kan natuurlijk toeval voor jou zijn aangezien de high in het eerste uur net je stoploss activeerde en vervolgens de AEX weer aardig wegzakt, maar ik heb dit patroon veel, veel vaker meegemaakt. Ik heb het als volgt onderzocht:
Dit is alleen onderzocht bij een systeem met longopties (dus geen fti en/of schrijven van opties!)
Bij longopties verminderd nl de delta aanzienlijk (gamma) als je fout zit en vergroot de delta als je 'goed' zit.
Dit is overigens de belangrijkste reden waarom in mijn overtuiging longopties bijna altijd beter zijn dan futures en of het schrijven van opties. Immers, winst maak je door de te richten op je verliezen en die zijn met FTI's en het schrijven van opties relatief groot. Hierdoor een grotere drawdown, een groter handelskapitaal en een lager % rendement.
De gamma is het grootst bij de meest kortlopende at the money opties en tot de laatste week van expiratie weegt dit in mijn systemen op tegen het extra premieverlies t.o.v. opties uit een verdere serie, fti's of het schrijven van opties. Immers, de gamma van deze posities is nl resp. kleiner, 0 en negatief.
T. Veldhuizen