zaterdag, mei 05, 2012
BESCHERMEN VAN UW BELEGGINGSPORTEFEUILLE VOLGENS DE 4 W METHODE
Door Hans Bannink
Al 15 jaar beleg ik op de beurs. In het begin had ik wel eens winst wat mij aanspoorde om verder te gaan beleggen met….. u raad het al: VERLIES. Ik volgde de beurs volgens het kuddegedrag model. Ik liep mee met de tendens die de markt had. Ik had geen enkele notie van weerstandsniveaus, stop loss momenten. Sterker nog technische- en fundamentele analyse was mij ook volkomen vreemd. Ook had ik geen kennis van cycles en wist ook niets van een bollinger bands, fibonacci, en moving average, keltner channels, hurst cycles, kop-schouderpatronen, rsi, stijgende en dalende trend. En zo kan ik nog wel doorgaan. In het land van beleggen barst het van toetsingscriteria die een indicatie zijn voor hoe in de markt te bewegen. In de loop der jaren werd ik door verschillende mensen geattendeerd op al deze instrumenten. Het hielp mij echter niet om echt winst te maken, laat staan gestructureerd winst te maken. Uiteindelijk ben ik zelf gaan kijken wat voor mij belangrijk is bij beleggen. Uitgangspunt is de beurswijsheid: laat je winst oplopen en beperk je verlies. Maar hoe doe je dat dan vroeg ik mij af. Ik kan wel gaan beleggen met allerlei instrumenten zoals ik hierboven beschreef, echter ik haal er niet de winst uit die ik wil. Dat proces heeft uiteindelijk geleid tot de ontwikkeling van mijn eigen filosofie: Weet Wanneer je Wat op Welk moment moet doen bij stijgende, gelijkblijvende en dalende koersen en houd je er ook aan. Deze criteria geconcretiseerd krijgen was een zeer lastig proces. Waar het om gaat is dat ik van te voren precies weet wanneer ik moet gaan ingrijpen en zelfs ook al weet wat ik na dit ingrijpen vervolgens weer moet doen. Stukken verkopen om verlies te beperken of winst binnen te halen is stap 1. Daarna moet ik ook weten wat ik dan weer moet doen. Middels het werken met de iron condor op de AEX weet ik nu precies wanneer ik moet ingrijpen in mijn posities en weet ik tevens ook welke posities ik daarna moet innemen. Concreet houd dit het volgende in: Wanneer op de ironcondor bijvoorbeeld de put positie op verlies staat dan moet ik altijd in staat zijn om terug te rollen zonder verlies. Wat ik dan vervolgens doe is de putspread naar een andere positie terugrollen. Welk moment bepaal ik aan de hand van een door mijzelf bepaald stoploss moment die voldoet aan meerdere criteria. Kortom ik Weet dus van tevoren wanneer ik moet ingrijpen. Daarnaast geldt de 4 W methode ook voor wat te doen bij oplopende winst en bij zijwaarts bewegende koersen. Belangrijk uitgangspunt in het werken volgens de 4 W methode is dat ik rust in mijn portefeuille heb. Ik hoef niet meer steeds te wikken en te wegen of ik moet ingrijpen. Ook hoef ik niet meer lang na te denken wat ik moet doen als ik heb ingegrepen, dat staat namelijk ook al vast. Bijkomend voordeel is dat ik niet meer allerlei onderzoeken hoef te doen op mogelijke marktontwikkelingen en analyses hoef te volgen van allerlei beurskenners. Ze kunnen hun waarde hebben, maar ik hoef mij er niet meer door te laten bepalen. Het enige wat voor mij telt is: als de beurs een bepaalde beweging maakt (omhoog, gelijk of omlaag) dan weet ik van te voren al wat ik moet doen. Voor mijn nachtrust is dat bijzonder prettig. En bovenal, daar gaat het uiteindelijk om, elk jaar kan ik een mooie winst van gemiddeld meer dan 25% bijschrijven op mijn rekening. Het werken volgens de 4W methode zou voor iedere belegger een goed hulpmiddel zijn. Er is veel meer rust in de portefeuille en je komt niet meer zo snel voor verrassingen te staan. Bovendien zie je aankomen of je moet ingrijpen of niet. Waar het om gaat is dat je als belegger van te voren moet Weten Wanneer je Wat op Welk moment moet doen.
Al 15 jaar beleg ik op de beurs. In het begin had ik wel eens winst wat mij aanspoorde om verder te gaan beleggen met….. u raad het al: VERLIES. Ik volgde de beurs volgens het kuddegedrag model. Ik liep mee met de tendens die de markt had. Ik had geen enkele notie van weerstandsniveaus, stop loss momenten. Sterker nog technische- en fundamentele analyse was mij ook volkomen vreemd. Ook had ik geen kennis van cycles en wist ook niets van een bollinger bands, fibonacci, en moving average, keltner channels, hurst cycles, kop-schouderpatronen, rsi, stijgende en dalende trend. En zo kan ik nog wel doorgaan. In het land van beleggen barst het van toetsingscriteria die een indicatie zijn voor hoe in de markt te bewegen. In de loop der jaren werd ik door verschillende mensen geattendeerd op al deze instrumenten. Het hielp mij echter niet om echt winst te maken, laat staan gestructureerd winst te maken. Uiteindelijk ben ik zelf gaan kijken wat voor mij belangrijk is bij beleggen. Uitgangspunt is de beurswijsheid: laat je winst oplopen en beperk je verlies. Maar hoe doe je dat dan vroeg ik mij af. Ik kan wel gaan beleggen met allerlei instrumenten zoals ik hierboven beschreef, echter ik haal er niet de winst uit die ik wil. Dat proces heeft uiteindelijk geleid tot de ontwikkeling van mijn eigen filosofie: Weet Wanneer je Wat op Welk moment moet doen bij stijgende, gelijkblijvende en dalende koersen en houd je er ook aan. Deze criteria geconcretiseerd krijgen was een zeer lastig proces. Waar het om gaat is dat ik van te voren precies weet wanneer ik moet gaan ingrijpen en zelfs ook al weet wat ik na dit ingrijpen vervolgens weer moet doen. Stukken verkopen om verlies te beperken of winst binnen te halen is stap 1. Daarna moet ik ook weten wat ik dan weer moet doen. Middels het werken met de iron condor op de AEX weet ik nu precies wanneer ik moet ingrijpen in mijn posities en weet ik tevens ook welke posities ik daarna moet innemen. Concreet houd dit het volgende in: Wanneer op de ironcondor bijvoorbeeld de put positie op verlies staat dan moet ik altijd in staat zijn om terug te rollen zonder verlies. Wat ik dan vervolgens doe is de putspread naar een andere positie terugrollen. Welk moment bepaal ik aan de hand van een door mijzelf bepaald stoploss moment die voldoet aan meerdere criteria. Kortom ik Weet dus van tevoren wanneer ik moet ingrijpen. Daarnaast geldt de 4 W methode ook voor wat te doen bij oplopende winst en bij zijwaarts bewegende koersen. Belangrijk uitgangspunt in het werken volgens de 4 W methode is dat ik rust in mijn portefeuille heb. Ik hoef niet meer steeds te wikken en te wegen of ik moet ingrijpen. Ook hoef ik niet meer lang na te denken wat ik moet doen als ik heb ingegrepen, dat staat namelijk ook al vast. Bijkomend voordeel is dat ik niet meer allerlei onderzoeken hoef te doen op mogelijke marktontwikkelingen en analyses hoef te volgen van allerlei beurskenners. Ze kunnen hun waarde hebben, maar ik hoef mij er niet meer door te laten bepalen. Het enige wat voor mij telt is: als de beurs een bepaalde beweging maakt (omhoog, gelijk of omlaag) dan weet ik van te voren al wat ik moet doen. Voor mijn nachtrust is dat bijzonder prettig. En bovenal, daar gaat het uiteindelijk om, elk jaar kan ik een mooie winst van gemiddeld meer dan 25% bijschrijven op mijn rekening. Het werken volgens de 4W methode zou voor iedere belegger een goed hulpmiddel zijn. Er is veel meer rust in de portefeuille en je komt niet meer zo snel voor verrassingen te staan. Bovendien zie je aankomen of je moet ingrijpen of niet. Waar het om gaat is dat je als belegger van te voren moet Weten Wanneer je Wat op Welk moment moet doen.
Hoe schrijf je een goed fantasie verhaal
Door Benny Bourgois
Om te beginnen ben je een dromer en heb je de wilskracht om een prestatie te leveren. Een dik boek schrijven doe je immers niet zo maar even. Stel, je hebt een prachtig idee. Je neemt een blok papier en zet je gedachten neer. 'Zo, nu schrijven maar', denk je zo. Niets is minder waar. Je mag dan wel een prachtig verhaal/idee hebben, best denk je ook na over een boodschap dat je fantasieverhaal bij de lezer nalaat. De beste boeken, films, moet je even op letten, brengen altijd een boodschap na. De films van Disney bijvoorbeeld.
Maar... Als je dan die boodschap kunt verwerken in je verhaal, sta je al ergens. Een ander punt zijn of is sterke personage/s. Een figuur met karakter, een humorist, iemand die het telkens beter weet, is zeker aan te raden. Wat mij opvalt is dat vele auteurs een personage creëren waarvan de karaktertrekken, een samensmelting is van mensen uit zijn/haar omgeving. Meestal zijn dat de mensen die uitspringen uit de omgeving van de auteur. Een volgende stap is nadenken over hoe ik mijn verhaal schrijf. Schrijf ik het in de toekomst, verleden tijd, hededaagse tijd. Het gemakkelijkste om schrijven is de verleden tijd. Al vind ik het persoonlijk leuker te schrijven over een story in de toekomst. Het fantaseren, gekoppeld aan hedendaagse wetenschap is een poosje erg in trek geweest. Voeg daaraan een tikkeltje humor in een boek voor kinderen van 12 tot 16 en je hebt een bestaand concept. Nog goed om aan te denken is op voorhand weten of je gewoon schrijven gaat, en ondertussen fantaseert, of schrijven met uitkomsten in het begin die ontplooien naar het einde toe. Omgekeerd gaat echter ook. Als je over deze stappen gaat nadenken, en je hebt de wilskracht om gedurende een lange periode voor je computer te zitten, dan kom je al heel ver. Let echter wel dat alles in je fantasieverhaal klopt. Als je bijvoorbeeld op pagina tien van je boek spreekt over Axel die 20 jaar is, dan kan hij op pagina 14 geen 25 jaar zijn. Of je moet ervoor zorgen dat door het één of ander fictiegedoe, de leeftijd te accepteren valt. Ook kan een blauwe smurf plots geen rode smurf zijn. Als er mensen zijn die graag wat inspiratie opdoen, dan kunnen die mij persoonlijk contacteren via mijn website http://www.bennybourgois.be. Wat ook leuk en tegenwoordig in trek is, is een goede website. Een website die qua context bij je boek aansluit, een eigen boektrailer die daarbij past, contactgegevens en informatie over de auteur. En eens je verhaal helemaal klaar is, en je hebt de helse verbeteringsklus achter de rug, laat het dan even lezen door je familie, vrienden en dichte kring. Er komen altijd foutjes aan het licht, je hoort meteen de reacties over je concept, en kan zelf dan oordelen of je klaar bent een uitgeverij te contacteren. Uiteraard kan je je verhaal ook helemaal zelf uitgeven. Aan de auteur om na te denken welke risico's hij of zij nemen wil. Benny Mogelijk gemaakt door: www.beursbox.nl
www.beursblogger.nl
Om te beginnen ben je een dromer en heb je de wilskracht om een prestatie te leveren. Een dik boek schrijven doe je immers niet zo maar even. Stel, je hebt een prachtig idee. Je neemt een blok papier en zet je gedachten neer. 'Zo, nu schrijven maar', denk je zo. Niets is minder waar. Je mag dan wel een prachtig verhaal/idee hebben, best denk je ook na over een boodschap dat je fantasieverhaal bij de lezer nalaat. De beste boeken, films, moet je even op letten, brengen altijd een boodschap na. De films van Disney bijvoorbeeld.
Maar... Als je dan die boodschap kunt verwerken in je verhaal, sta je al ergens. Een ander punt zijn of is sterke personage/s. Een figuur met karakter, een humorist, iemand die het telkens beter weet, is zeker aan te raden. Wat mij opvalt is dat vele auteurs een personage creëren waarvan de karaktertrekken, een samensmelting is van mensen uit zijn/haar omgeving. Meestal zijn dat de mensen die uitspringen uit de omgeving van de auteur. Een volgende stap is nadenken over hoe ik mijn verhaal schrijf. Schrijf ik het in de toekomst, verleden tijd, hededaagse tijd. Het gemakkelijkste om schrijven is de verleden tijd. Al vind ik het persoonlijk leuker te schrijven over een story in de toekomst. Het fantaseren, gekoppeld aan hedendaagse wetenschap is een poosje erg in trek geweest. Voeg daaraan een tikkeltje humor in een boek voor kinderen van 12 tot 16 en je hebt een bestaand concept. Nog goed om aan te denken is op voorhand weten of je gewoon schrijven gaat, en ondertussen fantaseert, of schrijven met uitkomsten in het begin die ontplooien naar het einde toe. Omgekeerd gaat echter ook. Als je over deze stappen gaat nadenken, en je hebt de wilskracht om gedurende een lange periode voor je computer te zitten, dan kom je al heel ver. Let echter wel dat alles in je fantasieverhaal klopt. Als je bijvoorbeeld op pagina tien van je boek spreekt over Axel die 20 jaar is, dan kan hij op pagina 14 geen 25 jaar zijn. Of je moet ervoor zorgen dat door het één of ander fictiegedoe, de leeftijd te accepteren valt. Ook kan een blauwe smurf plots geen rode smurf zijn. Als er mensen zijn die graag wat inspiratie opdoen, dan kunnen die mij persoonlijk contacteren via mijn website http://www.bennybourgois.be. Wat ook leuk en tegenwoordig in trek is, is een goede website. Een website die qua context bij je boek aansluit, een eigen boektrailer die daarbij past, contactgegevens en informatie over de auteur. En eens je verhaal helemaal klaar is, en je hebt de helse verbeteringsklus achter de rug, laat het dan even lezen door je familie, vrienden en dichte kring. Er komen altijd foutjes aan het licht, je hoort meteen de reacties over je concept, en kan zelf dan oordelen of je klaar bent een uitgeverij te contacteren. Uiteraard kan je je verhaal ook helemaal zelf uitgeven. Aan de auteur om na te denken welke risico's hij of zij nemen wil. Benny Mogelijk gemaakt door: www.beursbox.nl
www.beursblogger.nl